Mailwisseling Mensenwerk in Fact tussen John en Roland – deel 16

Dag beste uitvoerder van herstelprojecten en nimmer aflatende specialist die psychisch ondersteunt,

hoi Roland

Bedankt voor je brief en haha wat een humor!

Ja, trauma’s en kwetsbaarheid zijn niet om te lachen. Ik maakte in de vorige brief ruimte voor humor met opmerkingen die cliënten zelf zeggen om de boel te verzachten. Maar wat als er in iemands leven al vroeg trauma’s zijn en de kwetsbaarheid chronisch dus levenslang ervaren wordt? Trouwens dat heb jij goed gezien Roland, door van bepaalde grappen van mij afstand te nemen. In mijn positie kan ik wel humor op mijn manier inzetten want ik heb veel dezelfde zaken meegemaakt net als de cliënten die ik ondersteun. Maar ik ben hopelijk niet over de schreef gegaan.

Ik zit er goed bij deze dagen. Ik ben langs mijn familie geweest en dit was gezellig. Op mijn werk heb ik wel wat intensieve momenten gehad. Zo was er een man die paranoia heeft en daarbij heb ik mijn eigen ervaring gedeeld. Dit bracht een paar moeilijke herinneringen bij mij naar boven, die ik had weggestopt. Het was een goed gesprek want die ander vond het fijn dat hij alles kon zeggen en niet gecorrigeerd werd en dat maakte hij weleens anders mee. Ook was er een vrouw die grote stappen in haar herstel zet en waarbij de psychose nu ver weg is. Ik heb haar heel het pad begeleid dus kan ik zeggen dat mijn aandeel daarin belangrijk was en zo kan ze FACT los gaan laten. Een succesverhaal!

Het feit dat de omgeving soms mee ondersteunt vind ik geweldig. Het is belangrijk wanneer familie de burger met een kwetsbaarheid kan opvangen. Dus dat iemand niet alleen cliënt is maar ook broer of kind blijft. Soms heeft iemand geen mensen die om hem heen staan en iemand staat er alleen voor zoals veel van onze cliënten. Jammer eigenlijk want is de familieband er niet voor goede én slechte tijden? En zouden andere burgers en niet alleen de familie voor de cliënt een vangnet kunnen maken? Een gemeenschap waarin iedereen een aandeel in heeft is nodig want iedereen telt mee!

Er is een discussie gaande in de psychiatrie over de ‘vaststaande allesbepalende’ genetische aanleg voor kwetsbaarheid of de ‘toevallige risicofactor’ van het hebben ervaren van trauma’s in je leven. Laat ik mijn verhaal als voorbeeld nemen. Mijn psychische kwetsbaarheid kwam niet zo onverwacht want er waren meer familieleden die iets psychisch hadden meegemaakt. Maar op dat moment in tijd leek het overduidelijk dat deze aandoening kwam door trauma’s. Zou die kwetsbaarheid naar boven zijn gekomen wanneer die trauma’s er niet waren geweest? Wanneer door de heftigheid van de gebeurtenissen ik beschadigd werd? Steeds vaker is men van mening dat iedereen een psychose kan krijgen en dat dit niet voor een klein gedeelte van de mensen geldt.

Mijn trauma’s begonnen al vroeg in mijn jeugd. Ik herinner mij daar beelden van mij als kind die mij nu nog uit het veld slaan. Het gaf een litteken op mijn ziel. Ik kreeg het besef dat ik niet iedereen kon vertrouwen zelfs niet diegenen die het dichtste bij mij stonden. Ik was door dat trauma wel een druk en chaotisch kind die van alles uithaalde om de pijn een plek te geven. Wat sommigen verwarden met aandacht vragen, dwarsliggen of egoïsme. Ik wist niet hoe ik anders met de pijn om moest gaan. Ik kon er ook niet over praten want ik had er toen de woorden nog niet voor. Ik had gelukkig wel veel fantasie en ik schreef al jong gedichtjes en verhalen om te zoeken naar die woorden waarin ik me kon uiten. Het hielp mij in gesprek naar anderen wat ik voelde of dacht.

In mijn puberteit kwam er nog meer ellende bovenop en nam ik voornamelijk lieve trouwe gereformeerde vriendinnetjes in vertrouwen. Ze waren een goed luisterend oor voor mij. Immers, ze wisten wat ik had meegemaakt, want het was een kleine gemeenschap waar ik woonde. In mijn jonge jaren gebeurde er dus zo veel dat op een gegeven moment mijn gedachten en gevoelens in mijn kop uit elkaar barstte van de pijn. Ik kon maar net mijn hoofd boven water houden. Maar ik was slim genoeg om te kunnen leven met die pijn en het gewone leven toch vol te houden. Ik haalde mijn mavo- en havodiploma en ging studeren in Amsterdam zo ver mogelijk weg van de pijn, dacht ik. De pijn werd daar in die grote stad alleen maar erger. Ik raakte echt uit balans. Ik voelde me nergens meer thuis en ik werd psychotisch. Dit was een heftige periode voor mij en ik belandde in een psychiatrisch ziekenhuis.

Het frappante was wel dat de meeste gesprekken met hulpverleners -ook op afdelingen van het psychiatrisch ziekenhuis- gingen over medicatie en structuur van de dag maar nooit over de trauma’s in het leven. Ik moest niet zo veel praten, was dan de opmerking. Of je ziet het nu te zwaar in. Je maakt het nu echt te groot. En nou niet gaan huilen dan ga je maar weer terug naar je kamer. Echt zo ging het echt. Schandalig eigenlijk! Maar ja, dit is al lang geleden. Gelukkig gaat men tegenwoordig beter om met de cliënt. Al blijft mijn ervaring een waarschuwing hoe het ook kan zijn en soms nog is.

Aan de andere kant zijn er cliënten die afhankelijk worden van de GGZ. Ze krijgen een luisterend oor van de hulpverlening die ze niet krijgen in de maatschappij omdat de maatschappij er geen raad mee weet wanneer een burger in de war is. Zo blijf je als je eenmaal een stempel/diagnose hebt voor altijd een cliënt. Gelukkig zit daar een tegenbeweging in binnen de GGZ waarbij nagestreefd wordt dat een persoon met kwetsbaarheid een burger kan blijven die woont, werkt of studeert.

Dus de vraag blijft: ben ik sowieso kwetsbaar en heb ik daarom de diagnose of komt het door de dingen die ik heb meegemaakt en de impact daarvan op mijn persoon? Een theorie is ook dat trauma’s overgedragen worden van generatie op generatie. Kan dat? Ik ben natuurlijk geen wetenschapper of onderzoeker. Roland, achter welke theorie sta jij en hoe kunnen we mensen met psychose nog beter helpen? Het is een vraag die denk ik veel mensen met een aandoening zich afvragen.

Wat het antwoord ook is, ik verwijt anderen natuurlijk niet mijn gang door de psychiatrie. Het is zoals het is. De kwetsbaarheid die ik gekregen heb en de zaken die ik heb meegemaakt in mijn leven kan ik niet meer veranderen. Wel prijs ik me gelukkig met de familie die ik heb. Ze zijn een grote steun voor mij en dat is wederzijds zo. Ik koester de momenten met mijn moeder toen ze nog leefde. Zelf kwetsbaar maar steunend voor mij op de manier die mij versterkte. Samen wandelen naar het meer, zonnen op het strand, dansen op countrymuziek en in de avond sneed ze vers fruit voor mij waar we samen van smikkelden. Die genegenheid en het betuigen van liefde en affectie op een manier die alleen zij kon voor mij ondanks of misschien wel dankzij onze beider kwetsbaarheid was bijzonder en is iets wat ik nooit meer vergeet!

Tot later!

Hartelijke jazzy groet John

————————————–

John,

Ik dacht na over een aanhef, en toen plopte er iets op in mijn hoofd. Is het toeval dat jouw naamgenoot John Lee Hooker, een oude blues-vos, zong over ‘the Healer’? Dus vandaag kies ik met passende pathos, Ha John, ‘the Healer’,

Onze mailwisseling zou gelezen kunnen worden als een lansbreker voor herstelgerichte zorg en wat meer bescheidenheid in het medisch model-denken. Maar na het lezen van jouw bijdrage begin ik toch met iets lekker hardcore biologisch. ‘Epi genetica’ is het woord voor mij dat paste bij wat jij zo ontroerend beschrijft over trauma, maar vooral over de heling daarvan.

Epi genetica slaat een brug tussen nurture (omgeving) en nature (erfelijkheid). Ik ben geen expert op dat vlak, dus ik wil het ook niet één op één aan een lastige begrip als trauma koppelen, maar epi genetica is een strak biologisch concept dat paradoxaal genoeg voor een deel herstel-gerichte kracht kan verklaren, en het belang van naasten en gemeenschapszin.

Bij epi genetica, losjes vertaald ‘rondom de genen’, draait alles om het verworven wetenschappelijke inzicht dat omgevingsfactoren (zon, een opvoeding, stress, roken) de functies van genen ‘aan’ of juist ‘uit’ kunnen zetten. Een nogal cruciaal gegeven. Voor sommige, vaak complexere erfelijke eigenschappen bepaalt dus de totale tango van het leven, de dans tussen je erfelijke materiaal én de omgevingsfactoren of een bepaalde erfelijke aanleg ‘wel’ of juist ‘niet’ tot expressie komt.

Het gemis van jouw moeder doet mij, zoals al eerder in de mailwisseling voorbijkwam, opnieuw denken aan mijn overleden vader. Zonder mijn vader hadden een aantal genen die ‘iets van eigenzinnigheid’ bepalen bij mij vast niet aangestaan. Als kind was ik omringd met een vreemdsoortige denker die vond dat voorop gelegde denkkaders een gruwel waren. De man was een pleitbezorger van het denken in een bocht, redeneren om een hoek en associëren in paarde- (of mijn voorkeur) Siberische tijgersprongen. Denk vooral zélf en grenzeloos was zijn boodschap. Duw dat eigen denken door een filter van vriendelijkheid en oprechtheid, en leef dan je leven. Ik ben ervan overtuigd dat de ‘omgevingsfactor vader’ een deel van mijn zijn heeft gevormd. Mijn vader had ook een dogmatische volg-denker kunnen zijn, ik had hem net zo liefgehad, maar prijs me gelukkig dat ik bombastische zinnetjes op papier kan zetten, in plaats van goed te zijn in een soort risicoloze, grijze denkkracht dat afgevinkte, plichtmatige trots kan voelen bij een bedenksel als een ‘zorgzwaartetypering’. Alleen dat woord al zou mijn vader hoofdschuddend van ergernis met een slok voortreffelijke wijn wegspoelen.

Een denker met zowel creatieve als analytische denkkracht zou mij wellicht fijntjes wijzen op dat ik natuurlijk nog niet de vraag beantwoord heb of mijn vaders eigenheid dan ook weer vooral door zíjn omgeving bepaald is geweest? Want die was aantoonbaar heel anders. Het blijft dus een fascinerende puzzel. Evenwel is jouw verhaal natuurlijk een schitterend en ontroerend voorbeeld van hoe dit alles met elkaar verbonden is.

Het raakt me -niet voor het eerst- te lezen over de onzichtbare hoofdwonden die het leven jou heeft toebedeeld, al was het maar omdat iemand met zoveel oprechte goedheid zoveel beter verdient. Ontroerd en op het puntje van mijn stoel zat ik door wat je schreef over de rol van je moeder. Dat zij, ondanks (jij schrijft zelfs vanwege) haar psychische kwetsbaarheid degene is geweest die een ontegenzeglijke helende omgevingsfactor vormde. Jij schrijft dat weg als een kattenbelletje, maar ik zou onze lezers er op willen wijzen hoeveel hoopvols zit in die gedachte voor het vak van ervaringsdeskundigheid. Dat dit bij uitstek ook nog maar eens onderstreept hoe cruciaal anderen zijn voor het individu, het belang van gemeenschapszin, hoe wezenlijk ‘samen’ is. Ik heb er best veel over gelezen, maar nog nooit zo mooi en persoonlijk omschreven als in jouw zinnen, natuurlijk ook omdat jij zo’n leuke omgevingsfactor voor mij bent!

Graag wil ik ook nog wat zeggen over iets anders dat jij naar voren brengt. Hoe moeten we nu omgaan met dat concept van kwetsbaarheid voor psychische klachten? Is iemand op voorhand -bij geboorte- al kwetsbaar of ontstaat dat door wat die persoon allemaal meemaakt? Het concept van de epi genetica kan die vraag denk ik deels beantwoorden. Maar belangrijk voor het bestrijden van het psychiatrische stigma is jouw terechte opmerking dat het begrip kwetsbaarheid ook maar een gradiënt is, van heel lichtjes grijs tot diepdonker. Jij bent op momenten in je leven psychisch kwetsbaarder gebleken dan een ander. Veel belangrijker dan de vraag te beantwoorden hoe dat precies heeft kunnen ontstaan, is de stelling dat we als samenleving de onzekerheid zouden moeten omarmen dat iedereen kwetsbaar is, en ook nog eens voor zo ongeveer alles. Dat is de onzekerheid die hoort bij het leven en die zou ons eigenlijk moeten verbinden in plaats van dat we in ons hoofd groepjes mensen met oplopende kwetsbaarheid vormen, om die vervolgens buiten te sluiten.

Daar is nog een wereld te winnen jongen, dus wij tweeën schrijven nog maar even door, met dank aan onze ouders en betekenisvolle anderen die voor een deel, misschien wel door liefdevol te rammelen aan stukjes erfelijk materiaal, het pad geëffend hebben naar ons vertrouwen in de taal, in de kracht van geduldig overtuigen, de drang naar verbinding en de missie der missies: meer samen zonder uitsluiting.

Tot snel weer! Roland