Wat een mooie benadering van hoe het leven is en kan zijn Roland! En ja het missen van een naaste is ingewikkeld daarin herken ik het verdriet wat ik heb om mijn moeder.
Je vertelde over Yahtzee, maar Rummikub heb ik vaker gespeeld op de kliniek. Dat was altijd een gezellige afleiding. Ik herinner me mijn allereerste opname in Santpoort Zuid die me nog dagelijks bijstaat. Als ik er op terugkijk word ik verdrietig hoe ziek ik was. Maar ik word ook boos hoe ruw ze met mij omgegaan zijn. Toen mijn moeder mij kwam opzoeken wilde ze me meenemen naar de provincie. Ik wilde dat niet. Ik was suf en gesedeerd van al die tabletten en kon niet helder denken. Het zat me niet mee want ik wilde toch met al mijn verdriet weg uit deze kliniek. Ik schakelde de patiëntenvertrouwenspersoon in. Zo kon ik terug naar mijn geboortegrond. In Zeeland aangekomen mocht ik met alle medicijnen stoppen en kreeg ik één pilletje antipsychotica. Na een week stond ik weer op mijn benen! Het was een wonder! Ik was er weer!
Maar ja, als je jong bent ga je meestal de grenzen opzoeken. Later kreeg ik nog meer psychoses omdat ik stopte met de medicatie. De laatste keer in Breda kan ik me goed herinneren. Ik was zo in de war en manisch. Ik bleef hier lang in hangen en knapte maar niet op. Na een paar keer in de separeer te hebben gezeten, ging ik met de verpleging op zoek naar een manier om te herstellen. Want deze toestand waarin ik was wilde ik niet meer. Op een dag mocht ik praten met een psychiater. Hij schreef mij een stemmingsstabilisator en antipsychotica voor. Het was een wonder want na een paar dagen was ik mezelf weer. Weg waren de stemmen, de beelden, de belevingen en de betrekkingsideeën. Het was een mirakel voor mij! Wel kwam er het onzekere, sombere en angstige basisgevoel voor terug. Dit was de reden waarom ik elke keer daarvoor was gestopt met de medicatie. Ik voelde me vervlakt en vervreemd van mijzelf. Maar ik zette door en maakte een zelfbindingsverklaring en werd therapietrouw.
Ik heb sindsdien geen psychose meer gehad. Het leven gaat me nu goed af en ik heb genoeg momenten van geluk. Al zit er weleens iets tegen. Het is zoals die vriendin die tarotkaarten legde voor mij die zei: Je hebt alles mee maar ook alles tegen…. Tarot is eigenlijk ook maar een spelletje en het is maar net hoe je zaken ziet en het gewicht wat je erop legt. Ik herken daarin ook jouw filosofie Roland die hoewel er nare ervaringen zijn je toch overeind blijft. Voor mij is het glas ook nog halfvol!
Ik kan zeker de positieve kant en de humor van mijn verleden blijven zien. Zoals die ene mooie ervaring bij mijn eerste opname. Ik was een keer van de afdeling naar Amsterdam gegaan vrolijk en vol met goede moed. Ik had het plan om mezelf als het beroep van diplomaat in te schrijven bij het arbeidsbureau. Want dat wilde ik graag worden. Ik had een heuse aktekoffer meegekregen van het personeel van de afdeling. Bij het arbeidsbureau belde de medewerker de afdeling voor informatie en hij lachte vriendelijk naar mij. Hij gaf me daarna een officieel document dat ik ingeschreven stond als diplomaat. Ik voelde me de koning te rijk! Zie je wel, dacht ik: mijn toekomst wordt geweldig! Zo liep ik door Amsterdam met het gevoel dat de wereld van mij was. Ik pakte de trein terug naar de afdeling in Santpoort Zuid. Heel trots kwam ik op de afdeling aan met grote verhalen want wat voelde ik me goed! Ik liet iedereen het papier zien. Ik durfde zo weer aan mijn toekomst buiten de kliniek te denken. Achteraf kijk ik hier met warme weemoed naar terug.
Roland heb jij als mens of psychiater wonderen meegemaakt? En komt het dan door de medicatie of anders zoals bij Yahtzee aan de toevalligheid van de juiste dobbelstenen? Of zoals bij Rummikub heb je dan alle cijfers? Ik ben benieuwd!
Een goede groet van John
——
John, goede ziel,
Ik las jouw bijdrage en moest meteen denken aan een zonnig herfstbos. Lichtstralen die door de bomen schieten, okergele kleuren. De oren die zich vullen met zingende vogels en blader-geritsel. Maar de natuur is altijd in beweging. Dus even daarvoor worstelde datzelfde bos misschien nog wel met de stromende regen, een bliksemslag als onverdiende straf, een grauwe schaduw op de grond. Eén bos, twee momenten. Om tijdens een helse onweersbui in te blijven zien dat het okergele licht nooit echt weg is, maar geduldig om de hoek wacht op zijn beurt, dat is een echte levenskunst. Het ontroert me John, dat jij, reus van een mens, iemand bent die dat vermogen zo vol in zich heeft: het doorleefde besef dat in het donker het licht ontbreekt, en niet andersom. Zulke pure menselijke veerkracht. Ik zie het met regelmaat ook terug bij onze cliënten, elke keer weer een onvervalst wonder.
Ik glimlach als ik lees over je diplomaten-ambities tijdens die eerste opname. Het verbaast me ook helemaal niet. Want zonder iets af te doen aan ons gezamenlijke pleidooi om een oorspronkelijk menselijk contact centraal te stellen in de cliëntengesprekken, we weten allebei dat ons vak niet zonder diplomatieke vaardigheden kan worden uitgeoefend. Sterker nog, soms voelt het alsof ik de hele dag aan het onderhandelen ben. Over medicatie, over verplichte zorg, zeg maar ‘the usual suspects’. Ik vind het spanningsveld soms ook lastig, want oprechtheid en diplomatie gaan niet altijd hand in hand natuurlijk. ‘Jij vindt me zeker ook psychotisch?’, is een tamelijk terechte vraag aan een psychiater, maar het beste antwoord is van vele factoren afhankelijk. Als mij die vraag wordt gesteld door iemand die ik overduidelijk psychotisch vind, dan zal ik nooit (ook niet bij een stuurse blik die alleen maar jaagt op een volle ontkenning) met een ‘Nee’ antwoorden. Dat is volgens mij het enige verkeerde antwoord. Dan begint je oprechtheid te wankelen natuurlijk. In het algemeen is het dan misschien beter om vanuit je menselijke betrokkenheid te vragen wat iemand zelf denkt dat er aan de hand is. Diplomatie moet de psychiater dan verder helpen. Maar jij John, en al je ervaringsdeskundige collega’s, hebben nog een fantastische Rummikub-joker in handen. Jij kan iemand uitleggen, dat je wellicht niet meteen antwoord op de vraag hebt, maar dat jij zelf in elk geval wél een keer psychotisch bent geweest en op die manier een heel ander gesprek voeren. Dat is een zuivere verbindende kracht, niet drijvend op diplomatie maar op de gedeelde ervaring en authenticiteit, die jullie expertise zo krachtig en waardevol maakt.
Het is vast geen toeval dat jij over je medicatiegebruik twee totaal verschillende ankermomenten noemt: een situatie waarin het stoppen reddend voor je was, maar ook een moment waarin het starten cruciaal is geweest voor je herstel. Maarten van Roozendaal zong ooit over de eeuwige Nederlandse strijd tegen het water: ‘je vijand is je vriend, hij kan zo lief onschuldig zijn, soms zo nietsontziend’. Die ambivalente worsteling voel ik als voorschrijver zeker bij het onderwerp medicatie. Toch moet ik bij je vraag over wonderen in mijn werk dan wel weer meteen denken aan een cliënt die het mentaal heel zwaar had, en zelfs al een eind op weg was richting een euthanasie. Een ‘second opinion’ noemde nog één optie van een medicament. Toen daarmee werd gestart, gebeurde wat niemand meer had verwacht, er voltrok zich een wonder van herstel! Door enkel en alleen dat chemische stofje ? Of iets meer dan dat ? Ik weet het oprecht niet. Achteraf nam ik het mezelf kwalijk, dat ik dat ene medicament over het hoofd had gezien. Maar toen ik dat besprak met de cliënt, was die bijzonder mild voor me, dat vond ik heel bewonderingswaardig en ook zo weerspiegelen van waarom ik dit vak met zoveel werkplezier uitoefen: mensenkracht.