Beste sociale dokter van kleine goed doordachte zetten die behendig zijn zonder grote draai te maken om te zorgen voor menselijk herstel. Al moet jij er ook weleens doorheen zitten, want het leven stelt hoge eisen aan eenieder en de grens van normaal naar gek is een dunne draad die kan knappen. Zo ook bij mij afgelopen weken. Ik had een operatie en dit had meer impact dan ik had verwacht. Toen ik daar in het ziekenhuis liep na de ingreep voelde ik me klein en kwetsbaar. Ik strompelde naar een bankje in de hal en probeerde weer op krachten te komen. Ik bewoog me later naar de koffieshop van het ziekenhuis en bestelde koffie met een hele grote gevulde koek. Daar zat ik dan met geen kracht en geen benul hoe dit bezoek aan het ziekenhuis zou eindigen. Ik had ook geen vervoer terug geregeld en was helemaal alleen. Ik had gedacht dat ik het wel zou redden in mijn eentje maar blijkbaar gaan de jaren tellen. In de koffieshop nam ik kleine happen van de koek en spoelde die weg met de koffie. Ik weet niet hoe lang ik daar gezeten heb maar de klok tikte door. Ik stond op richting de uitgang en was overmand door deze situatie. Aan een gastvrouw in de hal vroeg ik hoe ik een deeltaxi kon bestellen, dit kon niet omdat ik op de heenweg met de bus was gekomen. Ik bestelde daarom een gewone taxi en ging buiten wachten, wat ook pijnlijk was zo zonder kracht in mijn lijf. Er waren zoveel taxi’s en ik vroeg aan iedereen of die taxi voor mij was. Het duurde en duurde en ik besloot met iets meer energie te voelen dan maar de bus te nemen. Het is een beetje typisch van mij dat ik dit alles alleen deed, want dat tekent ook mijn bestaan. Ik wil liever niet meer afhankelijk zijn van anderen, omdat ik die rol te vaak heb gehad in de jaren toen ik opgenomen was. Ik wens het anderen zeker niet toe om alles alleen te moeten doen. In mijn omgang met cliënten probeer ik juist mensen te verbinden. Daarbij mogelijkheden te creëren waar eenieder welkom is, zo elkaar te ontmoeten zoals bij ‘Bakkie Ervaring’ wat ik organiseer met twee andere ervaringsdeskundigen. Hier is iedereen welkom: cliënten van allerlei teams, naasten, hulpverleners en anderen. Dit is een succes gebleken. Vanwege de ingreep had ik afgesproken met de teamleider dat ik een dag in de ziektewet zou gaan en de volgende dag het werk weer op zou pakken. De dag zelf en de nacht erna waren lastig, want ik sliep nauwelijks en had pijn. Gelukkig was er een collega die appte dat ze mij op zou komen halen om naar het werk te kunnen gaan en me na de werkdag weer thuis zou brengen. Dat was echt een geweldige omstandigheid. Ik kon in de auto mijn verhaal over de moeilijke uren kwijt. Dit begin van de dag met die lieve collega deed me echt heel veel. Deze werkdag kon ik verder goed aan. Het contact met de mensen liep vanzelf en de tijd vloog voorbij. Alleen thuis te moeten zitten om beter te herstellen had ook een legitieme keuze geweest maar dan kunnen mijn gedachten en gevoelens zo naar binnen slaan in de leegte van zo’n dag. Ik had wel huiswerk kunnen maken maar ik was liever onder de mensen. Ik besefte toen nog niet hoe de week erna zou verlopen, want ik was me niet bewust dat het herstel weken kon duren. Ik had me dan ook verkeken op deze situatie en de week erop had ik nog last. Ik kon niet fietsen dus deed ik alles met de bus en wandelend. Ik kwam wel al mijn afspraken met cliënten na. Daar zaten mooie ontmoetingen bij zoals met die vrouw waar ik mee naar een kruidentuin ging en die man die boos op me was maar toch vrede sloot. Dat zijn dan succeservaringen. Ik zette dus door maar het bleek een te grote opbouw van spanning. Ik verloor een notitieboek bij een kantoor van een ketenpartner. Tussendoor kwam ik erachter dat het kwijt was. Ik ging weer heel de weg lopend terug naar die instelling maar er was niets gevonden. Ik haalde van alles in mijn hoofd over dat boekje. Er stonden interviews in voor mijn opleiding die ik had gedaan bij verschillende organisaties. Het was best vertrouwelijke informatie schatte ik in. Ik had zo mijn best gedaan bij al die interviews. Nu was het kwijt! Door het besef van het verlies en de mogelijke gevolgen die ik in mijn hoofd haalde ervaarde ik een grote paniek en tot twee keer toe sloeg deze paniek om in ontreddering. Angst en een soort van woede raasde door mijn kop. Ik controleerde de rest van de dag continu mijn tas of ik mijn portemonnee en mobiel nog wel bij me had. Elke keer weer, daar werd ik eigenlijk alleen maar zenuwachtiger van daar op straat. Ik voelde ogen die in me priemden en mensen over mij praten. Geen goed teken. Op het eind van die dag nam ik de bus terug van kantoor naar huis. Eenmaal op het station gekomen bleek de bus die ik moest hebben niet te rijden. Zo raakte ik weer in paniek. Vlug maakte ik een plan om een bus te nemen naar het centrum en vandaaruit naar huis te lopen. Maar ik had al zo veel gelopen die week en voelde de spanning in mijn lijf. Ik kreeg daardoor warrige gedachtes over angstige situaties. Ik dacht dan dat dit het einde was en dat voor mij een psychose te wachten stond. Ik was moe. Het leven vroeg even te veel voor mij. Het was al donker en overal waren er geluiden en beelden van mensen en verkeer die mij overprikkelden. In de wandeling waarin mijn mond droog werd en mijn handen bezweet hoorde ik ineens mijn naam. Daar stond jij Roland en je vroeg hoe je mij kon helpen. Een leenfiets kon volgens jou wel. Ik gaf aan dat dit niet kon vanwege mijn lichamelijk herstel. Dus besloot ik na afsluitende woorden weer verder te lopen. Ik had iets meer moed gekregen door deze ontmoeting met jou. Ik dacht nog snel even naar de winkels te gaan wat ik eerst niet had aangedurfd. In de ene winkel duurde het lang voordat ik geholpen werd omdat het spitsuur was met pakketjes. Bij de andere winkel zakte de moed ineens in mijn schoenen door de drukte en het harde licht en ik besloot weg te gaan naar huis. Thuis was ik helemaal op en praatte ik op mezelf in. Zo hervond ik mijn balans en verliep de avond toch rustig. Na de werkdag kreeg ik een berichtje dat het boekje toch gevonden was en dat ik het later op kon halen. Yes! Verder moest ik afgelopen week naar Zwolle voor mijn opleiding en ik had geen geduld in de treinreis die maar duurde. De lesdag was inspirerend. Er was boeiende lesstof over hoe kennis dominant kan zijn en dat ervaringskennis niet altijd als volwaardig wordt gezien. Samen met een klasgenoot had ik de afgelopen week nog een presentatie in elkaar gezet voor school over eenzaamheid. Een onderwerp dat me aan het hart ligt. Dat onderwerp is in deze periode van innerlijke onrust bij mij ook wel toepasselijk, omdat het moeilijk blijft hoe je die pijn van eenzaamheid voelen nu uitlegt aan anderen. Als je mentale problemen hebt zien mensen niet altijd hoe het echt met je gaat. Het is not done om bij de koffiemachine van het werk te zeggen dat je ondanks alle collega’s om je heen jezelf toch heel eenzaam voelt. De lesdag ging goed maar de reis terug was veel te lang. Toch heb ik het allemaal gered. Ik ga verder vooruit. Ik ben net weer naar de kringloop geweest en nu hangen er ineens twee grote, net echte, mooie, gekleurde papegaaien samen op een stokje aan de muur. Gewoon maar kind blijven denk ik dan… En ja, ik heb ook weer een nep Fabergé-ei erbij weten te scoren! Ik ben weer vrolijk en blij. Ook was ik opgetogen toen we pasgeleden op een zondag samen naar Utrecht gingen voor een presentatie op het bemoeizorgfestival van de Rinogroep. Ik vond het samen reizen en de dag daar zijn heel leuk. Na de koffie en broodjes begonnen we aan onze presentatie die jij heel sterk opende en de rest van onze presentatie ging daardoor helemaal van zelf. Het thema was: “Als leven overleven wordt”. Jij deed een prachtig gedicht die je persoonlijk aan mij voordroeg. Ik had op het laatst een gedicht over hoe ik vroeger een Nietsburger was en nu weer een Ietsburger ben geworden. Ik ben geen Nietsburger meer, want ik heb een baan, relaties, een huis en een eigen identiteit. Maar er zijn tegenwoordig veel Nietsburgers. Ze worden niet gezien en niet naar omgekeken. Het leven kan een spelbreker zijn zodat je alles verliest in het moment waarin je alleen voor de beproeving staat. Dan heb je juist mensen nodig. Zoals ik de afgelopen weken. Ik vond het akelig om te merken dat de kwetsbaarheid er bij mij nog zo inzit. Dat maakt dat ik ook weer een Nietsburger kan worden, want het ongeluk zit in een klein hoekje, daar ben ik bang voor. Blij ben ik dat de collega en jij Roland even opdoken op mijn tocht door de stad. Het maakte alles een beetje lichter. Ook de telefoontjes van mijn zus deden mij goed. Ze was bezorgd en daarom belde ze vaker. Misschien was het een slecht idee om die operatie nu te doen. Ik bedenk me dat het winter wordt en alles al wat somberder is en meer op mij afkomt. Lichaam en geest zijn immers één.
Is een mens gemaakt om alleen te zijn, Roland?
Groet John
——————————————-
Fijne John,
Het antwoord op jouw laatste vraag is een volmondig ‘nee’ lijkt mij. Een mens is toch vooral een sociaal dier. Er zijn wel leuke uitzonderingen op die regel. Jij en ik kennen die mensen wel, de eenlingen die helemaal Zen zijn met een solitair leven zonder dat zij echte, betekenisvolle contacten met anderen lijken te hebben. Maar het is eerlijk om te zeggen dat dit bijna altijd bijzonder markante types zijn. Hoe leuk en inspirerend ik het zelf vaak vind om deze mensen te leren kennen, een samenleving vol talloze eenlingen klinkt mij toch vooral verdrietig en armoedig in de oren en simpelweg niet iets waar onze soort voor gemaakt is.
Heel, heel erg veel vaker maak ik mee dat mensen ongevraagd in sociale of emotionele eenzaamheid verkeren. Talloze malen heb ik cliënten voor mijn ogen gewoon zien afbrokkelen, ik kan het haast niet anders zeggen, wanneer ik naar gevoelens van eenzaamheid vroeg. Ik heb ervan geleerd dat eenzaamheid voor veel van onze cliënten iets is waar zij niet alleen onder lijden, maar waar zij zich ook voor schamen. Vaak heeft het zelfvertrouwen al een flinke deuk opgelopen door de psychische kwetsbaarheid zelf. Dan ga je als gevoelig mens al snel denken dat die eenzaamheid wel je eigen schuld zal zijn. Je vervalt in een zich alleen maar versterkende cirkel, waarin je steeds onzekerder wordt, een groeiend insufficiënt gevoel, dat vervolgens het sociale functioneren bemoeilijkt en tot nog meer eenzaamheid leidt.
Het is ook goed om je te realiseren dat eenzaamheid, in al zijn oorzaken en vormen, in zekere zin als een ziekte beschouwd zou moeten worden. Het is geassocieerd met stress, een verzwakt immuunsysteem en het vergroot de kans op hart- en vaatziekten. Bij ouderen, die door eenzaamheid verstookt blijven van intermenselijk contact, wordt vaker een vroegtijdige verslechtering van de cognitie vastgesteld. Als eenzaamheid in de spreekkamer ter sprake komt sta ik er altijd bij stil, probeer ik mee te denken, maar het geeft me ook vaak een machteloos gevoel. Het is ook veelzeggend dat ik cliëntenverhalen over eenzaamheid veel minder makkelijk van me af kan laten glijden dan de strikt genomen psychische klachten waarvoor ze bij ons team zijn aangemeld. Eenzaamheid is ook zo’n universeel menselijk gevoel, volgens mij kent iedereen wel flarden van emotionele eenzaamheid in het leven. Ik zie ook parallellen met een depressie. Zwarte leegheid. Een vacuümgetrokken gevoel waar lastig van los te komen is. Zeker rondom de feesdagen, niet voor niets notoir impopulair bij een groot deel van onze cliënten, gun je iedereen toch juist de warmte die ontstaat wanneer mensen in harmonie samenkomen.
Ik ben toch wel een beetje geschrokken van je operatieverhaal John. Toen ik er vooraf naar vroeg bleef je zeggen dat het maar een kleine ingreep was en dat je er niet echt erg tegenop zag. Dat het op de dag zelf al zo tegen is gevallen vind ik heel naar voor je, vooral ook omdat je er dus helemaal alleen voor stond. Als ik het goed lees heb je daar in zekere zin ook bewust voor gekozen, vanuit de allergie die je overgehouden hebt aan je opnames in de psychiatrie: het afhankelijk moeten zijn van anderen. Ik kan me dat spanningsveld met jouw geschiedenis ontzettend goed voorstellen. Maar een ziekenhuisbehandeling is altijd spannend en iemand bij je in de buurt hebben, of een beschikbare hulplijn, dat is ook gewoon goed voor jezelf zorgen, toch? Gelukkig heb je de dag daarna wel de uitgestoken hand van onze collega gepakt, en heb je ook alle ruimte gevoeld om mij ergens in de dagen daarna te vragen of je ’s ochtends een keer mee kon rijden naar ons kantoor. Natuurlijk doe ik zoiets graag voor jou. Tijdens ons gesprek in de auto over je operatie kregen we het over mijn ziekenhuiservaringen. Toen er jaren geleden even aan mij gesleuteld moest worden tijdens een dagopname, was ik niet alleen. Mijn liefde heeft mij die dag, met een onuitgesproken vanzelfsprekendheid, de rust, het vertrouwen en de kracht gegeven om een voor mij kwetsbaar moment om te buigen tot een gezamenlijk en probleemloos te beklimmen obstakel. Zo’n ervaring wens ik jou een volgende keer van harte toe, als het dan toch moet hè, want ons herstelgerichte zorghart is op voorhand geen geweldig groot liefhebber van een ziekenhuisomgeving.
Dan nog even die wandeling die je in de stad maakte, toen je mij toevallig op straat tegen kwam. Dat was enkele dagen na je operatie en voor je meerijd-verzoek. Nu ik begrijp dat jij je vooral goed hebt proberen te houden voor mij, voel ik mezelf tekortgeschoten en geloof ik dat jij die avond een acteur was, eentje die beter uit zijn rol had kunnen vallen.
Stom vind ik het van mezelf dat ik je wel wat gejaagd en vluchtig in dat contact vond, maar zeker niet aan je merkte dat er wat onrustigs in je hoofd gaande was. Ik zag wel de opluchting dat je iemand vertrouwds trof en jij sloot het gesprek achteraf misschien ook net iets te snel af. Ik had scherper moeten zijn op deze signalen. Maar jij hebt op jouw beurt misschien ook wel een beetje vals gespeeld, laat ik het zo maar zeggen, want ons contact is toch echt veel te goed om ‘spelletjes te spelen’. Dat het die avond, die ontmoeting even niet lukte elkaar te vinden, beschouw ik als een kleine rimpeling in ons warme contact. Ik had achteraf wel graag meer voor je betekend, je gevoel van eenzaamheid wat weg willen nemen en ik had je graag thuisgebracht.
Onze gezamenlijke presentatie bij de RINO-groep op het bemoeizorgcongres was harstikke leuk om te doen en we hebben er veel positieve reacties op gekregen. Zo’n presentatie verloopt door onze beider impulsiviteit altijd prettig onvoorspelbaar, maar we zijn inmiddels goed op elkaar ingespeeld en onze boodschap is nog steeds actueel. In de vorige brief schreven we rond deze tijd dat we gewoon weer een jaar door zouden gaan met deze briefwisseling. Ik zie geen enkele reden om in de verre staart van dit jaar een andere mededeling te doen. Het blijft mooi om onze ideeën op deze manier te kunnen delen, bovendien verbindt het ons tweeën zo vanzelfsprekend en heb ik gemerkt dat het een goede manier is om over lastige thema’s de gedachtes te ordenen, dat kan nooit geen kwaad gezien ons beider neiging tot milde mentale chaos.
Ik ga mijn best doen John, om het komende jaar nog meer aandacht te hebben voor onze cliënten die zich opgesloten voelen in de stille eenzaamheidskamer. Ik gun hen zo ontzettend een wandeling naar plekken waar mensen gemoedelijk roezemoezen, waar kinderen spelen met kwispelende honden in een ondergaande zon, waar onbedaarlijk hard gelachen wordt, waar armen op schouders vallen, waar je jezelf mag zijn en waar het leven wordt gevierd.
Alvast een heel mooi nieuw jaar voor je jongen,
groet! Roland
Op 17 november ’24 vond in Utrecht het RINO Congres Bemoeizorg plaats, met als thema ‘als leven overleven wordt’. John en Roland hebben daar een presentatie gegeven, onderstaande gedichten hebben ze geschreven voor deze bijeenkomst.
Eens dans ik weer
Weer gestrand in de grote stad
Met mijn laatste euro twee kroketten uit de muur gepakt
Al dagen geen douche gezien
Broek zonder riem en stoppelbaard
Alleen en mijn geluk is verjaard
Tot een Nietsburger verklaard
Sigaretten waar zijn die sigaretten?
Armen zijn zwaar en voeten doen zeer
Eigenlijk doet alles pijn maar ik weet het niet meer
Lopen lopen kilometers lopen in de stad
Dan blijf ik leven dat weet ik zeker
Als leven overleven wordt
Deuren blijven dicht en gesloten voor mij
Het eind is wat aan me vreet en ik ben vogelvrij
Dood is het leven
In deze stad
Niemand die met mij praat ook al is het maar voor even
Niemand die mij hoort al is het maar voor heel even
Jullie dansten met mij en ik was een koning
Alles is van mij afgepakt
Nu ben ik een Nietsburger
Zonder geld of woning
Maar eens dans ik weer in deze stad eens dans ik weer dans ik weer eens dans ik eens dans ik weer en ben ik iedereen te rijk
John
Als overleven weer leven wordt
ik zag je staan
daar tussen die waan
je leek
ingeklemd & afgeremd
toen zag ik je plots gaan
helemaal verdwijnen in die waan
in het donkere bos
waar het altijd regent
altijd november is
waar donker heerst over licht
dus ik liep naar je toe
slikte mijn zorgen in
jij zei ’dit is overleven’
ik zei
‘ná het overleven gaat
het echt weer óver het leven
heb ik al zo vaak gezien’
jij zei
‘da’s makkelijk praten’
ik zei ‘klopt, maar een gesprek is niet zo moeilijk toch?’
jij moest daarom lachen
en ik ook en daar was die dan:
de verbindingsvonk
waar alles om draait
die vonk
die jouw donkere bos afbrandt
tot vruchtbare grond
het vuur van herstel
dat nog steeds in jou
fonkelt
Roland